Ze wist het, had erover gelezen. Volgde Facebook berichten, Instagram. Had vele uren met haar vriendinnen erover gesproken.
Zo deed je het niet.
Ze moest er wat van zeggen. Dit kon ze niet laten gaan… Toch?
In mijn praktijk zitten een man en een vrouw, partners voor 14 jaar, ouders voor 7 jaar. En vandaag gaat het over het ouderschap. Over grenzen aangeven bij hun oudste dochter.
Voor hem is het simpel. Direct en duidelijk de grens stellen (lees hard en boos volgens haar).
Voor haar is dezelfde grens stellen even zo belangrijk. Haar manier: uitleggen, toelichten, kans geven (lees zwakke kinderen maken die over je heen lopen volgens hem).
Beide een andere mening, een andere methode, die voor de ogen van de dochter wordt uitgevochten… Want als hij met zijn dochter bezig was, kwam zij tussen beide. Sprak hem aan op zijn harde methode.
En daar gaat het mis.
De leeuwin
‘Wat gebeurt er als jij je dochter op jouw manier verteld wat de grens is?’ vraag ik.
‘Dan gaat zij,’ wijst naar zijn partner ‘mij wel even vertellen dat in dat anders moet doen.’
‘Ja, maar je wilt toch niet dat ze alleen maar uit angst naar je luistert? Als je naar…, ‘De moeder leeuw was opgestaan (figuurlijk). Als een leeuwin beschermde ze zelfs in mijn kamer haar welp.
‘Was dat wat er vroeger met jou gebeurde? Was jij bang van je vader? Voor zijn reactie, zijn handelen.’
Het wordt stil. De lucht zwaar. ‘Ja.’
‘Is dat wat hij doet,’ en ik wijs naar haar partner.
‘Deels, niet helemaal hetzelfde,’ klinkt het zacht, ‘maar ik wil niet dat ze straks zo denkt over haar vader als ik.’
De partner
En zo wordt de leeuwin ook de zorgzame partner. De partner die wenst voor haar man dat hun kind hem ziet als een leuke en lieve vader. Een vader waar je terecht kan en niet bang voor hoeft te zijn hoe hij zal reageren.
Dat begrip, dat besef is mooi maar het patroon van aanspreken voor hun dochter is nog steeds toxisch. Voor hem, voor haar, voor hun dochter.
‘Wat doet het met jou als je vrouw je aanspreekt?’ vraag ik hem.
‘Als ik wat tegen haar zeg dan spring jij ertussen.’ Hij richt zich direct op zijn vrouw. ‘Dan kan ik niet meer bezig zijn met onze dochter maar moet ik bezig zijn met jou. Mijzelf verdedigen. Dat maakt me nog bozer. Je haalt me naar beneden voor haar ogen.’
En waar zij dus eigenlijk vanuit zorg voor haar dochter maar ook voor hem haar man aanspreekt op zijn reactie, triggert ze bij hem het gevoel van niet goed genoeg zijn en verliest hij voor de ogen van zijn dochter zijn plek als vader.
Het systeem
Een systeem is een groep mensen bij elkaar zoals dit gezin.
Ieder in het systeem heeft een eigen plek op basis van verantwoordelijkheid. De ouders eerst (vanuit de ‘oude’ gedachte de man eerst en dan de vrouw) en dan de kinderen op basis van leeftijd. En zijn er dieren in huis dan zelfs de hond eerst, dan de kat, e.d.
Als vader (plek 1 in dit geval) zijn dochter aanspreekt op zijn manier (plek 3) springt de moeder (plek 2) er vanuit zorg voor beiden tussen. Daarmee pakt ze de plek van haar man af en verliest hij zijn plek niet alleen bij haar maar ook bij zijn dochter. Hij wordt hierdoor achter hun dochter geplaatst. Dat triggert bij hem allemaal automatische reacties en gaat hij met zijn vrouw ‘vechten’ voor zijn plek. De aandacht verschuift van het iets bijbrengen aan de dochter naar een krachtmeting tussen de ouders. Terwijl de bedoelingen zo goed zijn.
Maar wat dan?
Naast elkaar staan
Het beste is de discussie over de reactie naar het kind niet uit te ‘vechten’ waar het kind bij is. Dit gesprek later te voeren. Hoe logisch ook is het vaak niet zo makkelijk als het klinkt.
Een andere optie en misschien nog wel een krachtiger optie is al ouders naast elkaar te gaan staan (figuurlijk weer). Ook al ben je het niet eens met de manier waarop.
Door als ouder naast je partner te gaan staan, kan je de boodschap verstevigen en blijft je partner ook nog eens op z’n plek. De focus blijft gericht op het kind, die niet alleen een grens krijgt aangegeven maar ook ziet dat beide ouders het met elkaar eens zijn.
Hoe kan deze vrouw in mijn praktijk dat doen?
‘Papa zegt het misschien wat boos maar hij heeft wel gelijk. Je had beloofd na het eten je speelgoed op te ruimen.’ Zo gaat ze naast hem staan, bevestigd hem, verstevigd zijn plek en kan tegelijker tijd de reactie iets verzachten. De focus blijft op het kind. De man is niet meer het nieuwe lijdend voorwerp, voelt zich gesteund en ieder houdt zijn plek.
Staan jullie als partners naast elkaar?
0 Reacties